- étude
- étude [eetuud]〈v.〉1 studie ⇒ (het) (be)studeren2 〈meervoud〉studie ⇒ opleiding3 onderzoek4 studie ⇒ 〈beeldende kunst〉 (voor)studie ⇒ 〈muziek〉 etude5 huiswerkklas ⇒ studiezaal, studie-uur6 kantoor ⇒ praktijk 〈van notaris, advocaat〉♦voorbeelden:2 faire des études de médecine • medicijnen studerenétudes obligatoires • leerplichtétudes primaires • basisonderwijs, lager onderwijsétudes secondaires • voortgezet onderwijsétudes supérieures • hoger onderwijsabandonner ses études • zijn studie opgevenfaire ses études • studeren〈figuurlijk〉 renvoyer qn. à ses chères études • iemand weer tot ambteloos burger maken3 études de cas • casestudy'sétudes de marché • marktonderzoekà l'étude • in onderzoek, in voorbereiding6 étude de notaire • notariskantoor, notariaat1. f1) studie2) onderzoek3) studiezaal, studie-uur4) kantoor2. étudesf plopleiding
Dictionnaire français-néerlandais. 2013.